Energiesystemen in 2050 zullen naast elektriciteit afhankelijk zijn van hernieuwbaar gas. Dit inzicht is inmiddels aardig ingedaald en vooral voor de rol van waterstof is al veel aandacht geweest. Begin vorig jaar presenteerden Tennet en Gasunie hun gezamenlijke visie op de toekomstige energieinfrastructuur, met daarin naast waterstof ook een belangrijke plaats voor groen gas (biomethaan). Groen gas zou in Europa tot 2050 zo’n 40% van de vraag naar hernieuwbaar gas voor zijn rekening kunnen nemen, volgens een recente Guidehouse studie. Hiervoor zijn veel meer en grotere vergistingsinstallaties nodig, plus installaties om biogas op te waarderen naar groen gas en grootschalige biomassavergassers.
Hoe ver zijn we in Nederland? Nederland gaat voor 2 bcm groengasproductie in 2030 en daarvoor is krachtig beleid nodig, concludeerde CE Delft eerder dit jaar in een rapporte. Op dit moment wordt ruim een derde van de biogas uit zo’n 250 vergistingsinstallaties opgewerkt tot groen gas en ingevoed in het gasnet. De vraag is hoe en waar nieuwe productiecapaciteit gerealiseerd kan worden. Minister Wiebes wijdde hieraan de nodige woorden in de Routekaart Groen Gas van 30 maart jl. Het streven is om in 2030 capaciteit te hebben voor 25 PJ vergisting, en voor 45 PJ thermische of superkritische vergassing (thans in demonstratiefase). Op dit moment is het aantal, de schaal en de aard van de groengasprojecten echter onvoldoende om op deze aantallen uit te komen. Een bijmengverplichting of een lagere energiebelasting kan helpen om meer vraag te genereren, maar er is meer nodig.
Zo is een belangrijke randvoorwaarde is dat voldoende grote productielocaties voorhanden zijn. Zulke locaties moeten gemakkelijk te bereiken zijn voor biomassa uit de regio, lokaal draagvlak hebben en opgenomen zijn in bestemmingsplannen. Bovendien moet de afstand tot bestaande gasinfrastructuur klein zijn (zie figuur). Volgens de minister gaf onderzoek van EBN al aan dat minstens 30 bestaande mijnbouwlocaties hergebruikt kunnen worden voor de productie van groen gas.

Het zou handig zijn als de Regionale Energiestrategieën op dit vlak ook inzicht zouden bieden. Op moment van schrijven staan er 12 concept RES-en online. De aandacht voor de productie van groen gas in deze documenten is echter beperkt. Groen gas wordt vaak genoemd als een van de opties om in de warmtevraag van de gebouwde omgeving te voorzien, maar waar die vandaan moet komen is onduidelijk. Sommige regio’s verwijzen naar bestaande vergistingsinstallaties of naar een bestaand plan voor nieuwe capaciteit. Een enkele regio zegt te wachten op het integraal duurzaamheidskader voor biomassa door het Rijk. West Overijssel is tot dusver de enige die het vraagstuk van de groengasproductie structureler benadert. De regio heeft een grote agrarische sector en onderkent zijn potentieel voor groengasproductie. Voorgesteld wordt om onderzoek te doen naar regionale voorkeuren voor de organisatie van biogas en groen gas, de grootte van vergistingsinstallaties en naar een sterkere regie bij het ontwikkelen van vergistingsinstallaties.
De deadline voor de concept-RES is wegens covid19 verschoven naar 1 oktober. Wellicht geeft dit de regio’s de gelegenheid om enige aandacht te schenken aan mogelijkheden voor groengasproductie. Anders is het aan PBL om dit punt bij zijn doorrekening aan te kaarten.